PVT-systemen: voor- en nadelen

PVT levert als gecombineerd systeem zowel thermische als elektrische energie. Warmtevraag en elektriciteitsvraag ineen. Dat heeft zo z’n voordelen. En wat nadelen.

PVT-systemen: voor- en nadelen

Voor Bart Michielsen, business developer Volthera bij Alius, is zijn werk een missie: PVT onder de aandacht brengen bij zoveel mogelijk mensen. “Zowel elektrische en thermische energie opwekken met niets anders dan zonlicht en de buitenlucht, hoe mooi is dat?” Bij een warmtepomp dient normaalgesproken een buitenunit of bodemlus als bron, maar met PVT verkrijg je de thermische energie via de ingebouwde collector achter het zonnepaneel.

Wat is een PVT-systeem?

Een PVT-systeem bestaat uit PVT-panelen, een omvormer en een warmtepomp.

Michielsen legt uit: “Een PVT-systeem bestaat uit PVT-panelen, een omvormer en een warmtepomp. Een PVT-paneel is een zonnepaneel (PV) met daarachter een thermische collector(T). De collectoren achter de panelen, met daarin een mengsel van water en glycol, onttrekken thermische energie uit zowel het zonnepaneel als de buitenlucht. Die thermische energie vormt de bron voor de warmtepomp. Die brengt de temperatuur vervolgens naar het benodigde niveau voor de verwarming en voor warm tapwater.”

SCOP

“Het paneel wekt dus zowel elektriciteit als warmte op. In het voor- en najaar is het rendement hoger, omdat vergeleken met de winter de buitentemperatuur dan hoger is. De SCOP (seasonal coëfficiënt of performance, dat is de COP maar dan gemiddeld over een jaar genomen) komt dan op zo’n 4,5 uit. Met een hybride oplossing is het mogelijk om een deel van je gasverbruik terug te brengen, afhankelijk van het systeem en van het afgiftesysteem kan dat tussen de 50 en 80 procent liggen. Daar ligt eigenlijk de grootste markt, want het grootste deel van de bestaande woningen wordt nog verwarmd met gasketels. All-electric kan natuurlijk ook, dan vervalt de gasketel en zorgt de warmtepomp voor verwarming en warm tapwater.”

PVT werkt 24/7

Het mooie van PVT is dat het altijd werkt; ook als het zwaarbewolkt is en ook als het ’s nachts donker is. Michielsen: “Zo’n tachtig procent van de energie komt uit de buitenlucht, en dat kan met nog twintig procent omhoog als de zon schijnt. PV-panelen worden zoveel mogelijk op de zuidkant geïnstalleerd, voor PVT-panelen is dat veel minder belangrijk.

Geen geluidsoverlast en weinig onderhoud

Een ander kenmerk van PVT-panelen is dat ze stil werken. Een buitenunit van een warmtepomp kan geluidsoverlast geven, en in een woonwijk is dat hinderlijk. Aan een PVT-paneel zitten geen bewegende delen. “Daarom is er ook nauwelijks onderhoud nodig”, stelt Michielsen.  “Nou ja, eens in de vijf jaar even checken of water-glycolverhouding nog in orde is in verband met invriezen. De warmtepomp heeft, net als een cv-ketel, wel periodiek onderhoud nodig. Bij een gesloten warmtepomp volstaat een tweejaarlijkse onderhoudsbeurt.”

In- of op-dakoplossing en rendement

De meeste PVT-leveranciers hebben zowel in- als op-dak oplossingen. Michielsen: “De meeste mensen vinden in-dak mooier. Maar op-dak geeft bij deze techniek een iets hoger rendement; het gaat immers om de buitenlucht en bij een opdak-systeem is de convectie iets beter. De lucht kan vrijelijk langs de collectoren stromen.”

(tekst gaat verder onder foto)

Lager rendement bij koude

PVT-panelen hebben een lager rendement als het echt koud is

Er lijken alleen maar voordelen aan PVT-panelen te zitten. Is dat ook zo? “Er zijn twee minpunten,” zo geeft Michielsen toe: “De eerste is dat PVT-panelen een lager rendement halen als het echt koud is en dan heb je een vorm van hulpverwarming nodig. Vergeleken met een goed gedimensioneerde bodembron, die het hele jaar door een stabiele waarde heeft, is dat een nadeel.

Voldoende dakoppervlak nodig

Het tweede nadeel is dat je genoeg dakoppervlak moet hebben. Voor toepassingen in de hoogbouw is het dus minder geschikt. Terwijl je op het dak van een appartementencomplex heel gemakkelijk een buitenunit in een wat grotere maat kwijt kan, waarbij 10 centimeter groter dan 10 kilowatt extra betekent. Voor die 10 kilowatt heb je met PVT veel meer ruimte nodig. Gevelpanelen of gevelmontage zouden in theorie een oplossing kunnen zijn, en er zijn fabrikanten die zich daar al mee bezig houden. Dat is een interessante ontwikkeling.”

Rendement en investering

Het is lastig om een algemeen rekensommetje over rendement te maken, zo stelt Michielsen: “Dat is voor elke situatie anders. Er zijn veel factoren van invloed, zoals de mate van isolatie, type afgiftesysteem, ligging ten opzichte van de zon, enzovoort. Bij een hybride opstelling bespaar je zo’n vijftig tot tachtig procent op je gasverbruik voor de verwarming van een woning. Bij all-electric kunnen we met twaalf PVT-panelen een woning al van het gas halen. Dat hebben we onlangs bij vijf bestaande woningen gedaan. Ik moet zeggen dat er vooraf het nodige is aangepast, zoals extra isoleren, triple glas, lage-temperatuurverwarming. Na de plaatsing van de panelen meldde een van de bewoners dat hij zelfs nog 1300 kWh over had.”

Kosten en levensduur van PVT

Voor een eindklant komen de kosten van een hybride PVT-systeem bij een renovatie neer op zo’n tien- à twaalfduizend euro, schat Michielsen. “Met all electric kom je zo’n vijfduizend euro hoger uit. Dat is inclusief montage en BTW, maar daar zijn de subsidies dan al vanaf. Dat geeft een indicatie, maar ik kan geen exacte bedragen noemen.” De meeste aanbieders van PVT-panelen geven overigens tien jaar garantie op de collector. De levensduur van een PVT-paneel is zo’n 25 jaar, vergelijkbaar met die van zonnepanelen. Michielsen ziet steeds vaker de combinatie van PV en PVT. “Als er al zonnepanelen op een dak liggen is het zonde om die te vervangen; door het bijplaatsen van PVT kun je dan niet meer alleen in de elektriciteits- maar ook in de warmtevraag voorzien.”

Tekst: Marion de Graaff